Verse 1: E In de bus, elke dag Zit jij naast mij die mooie lach B De hele reis in mijn gedachte Mijn lippen die naar woorden smachten A Wat als ik je aansprak? B Geen reis zou meer hetzelfde zijn A B Ik zeg het iedere dag
Ik doe het morgen wel Verse 2: E Hoe kan ik jou aanspreken? Die stilte verbreken B Jouw aanwezigheid vult elke kamer Mijn ademhaling steeds moeizamer A Als het lef mij niet ontbrak B Zou ik nu niet aan het zingen zijn en A B Ik zeg het iedere dag Ik doe het morgen wel Bridge: E Zo, het is al morgen B Wow, dat ging me veel te snel Ik doe het morgen wel E Wat?! Hoe is dit mogelijk? Verse 4: A B Maar ik moet er nu echt voor gaan A Want daar komt zij al aan B En zij neemt plaats aan mijn zijde En ik spreek: Outro: N.C. Je ruikt naar natte hond N.C.
Last updated: