Intro: D D A A Bm Bm A A7 D D A A Bm Bm A A D Verse: D A Ik heb geen spijt, geen tranen, geen verlangen; A Zoals rook van appelbloesems teer, Bm Bm Door het goud van het verval omvangen, A A Gaat alles voorbij en keert niets weer.
D D Nooit meer zul je zoals vroeger strijden, A A M′n hart dat door de kou is aangedaan. Bm Bm 't Land der berken zal mij niet verleiden A A Ooit nog blootsvoets er doorheen te gaan. D D Zelden zet hij als in vroeger dagen, A A Zwerversgeest, mijn lippen nog in gloed. Bm Bm Dat gaat nu allemaal vervagen, A A Vurig oog en een zinderend gemoed. D D D Ik verlang nu minder dan tevoren, A A A Leven, ben je soms een droom van mij? Bm Bm ′t Is als reed ik bij het lentegloren D A A 's Morgens op een roze paard voorbij. D D Elk van ons moet van dit leven scheiden, A A 't Kooperen lover van de esdoorn kwijnt. D Bm Bm Wees gezegend tot het eind der tijden, A D A Al wat bloeit en daarna weer verdwijnt. Outro: D D A A Bm Bm A A D D
Published:
Last updated: