Intro: A D A A N.C. Chorus: A E Wat je diep treft doet eeuwig pijn, ’t mag nog E7 A D A zolang geleden zijn. Een kwetsend A A7 D woord, een groot verdriet, wat je A E7 A diep treft vergeet je niet.
Verse 1: A E Die eerste straf die je moeder gaf om een vlek op je zondagspak, dit alles E7 A staat nog voor de geest. Je trouwe A A7 hond, je deelgenoot, hij werd te D Bm oud, men schoot hem dood, ’t is net als - A E7 A N.C. of het pas gisteren is geweest. Chorus: A E Wat je diep treft doet eeuwig pijn, ’t mag nog E7 A A zolang geleden zijn. Een kwetsend A A7 D woord, een groot verdriet, wat je A E7 A A N.C. diep treft vergeet je niet. Verse 2: D A Die grote liefde die niet kon zijn, je liet haar gaan maar niet zonder pijn, je zag haar G A7 D nooit of nooit meer weer. Maar als je D D7 G Em naar een ander kijkt die enigzins op haar gelijkt dan doet de D A7 D N.C. wonde telkens weer een beetje pijn. End-Chorus: D A A7 D Wat je diep treft doet eeuwig pijn, ’t mag nog zolang geleden zijn. D D7 G D A7 D Een kwetsend woord, een groot verdriet, wat je diep treft vergeet je niet. D A A7 D G D Wat je diep treft doet eeuwig pijn, ’t mag nog zolang geleden zijn. D D7 G Em D A7 D G Een kwetsend woord, een groot verdriet, wat je diep treft vergeet je niet, D A7 G G D G D wat je diep treft vergeet je niet.
Last updated: